Purperslak hersteld zich in Zeeuwse wateren CBS
Oosterschelde 23.02.2022 - De toename van de populatie van de in zoutwater levende purperslak in de Oosterschelde is al eind jaren negentig ingezet, maar de populatie in de Westerschelde herstelt ook sinds enkele jaren.
In 2014 werd deze weekdiersoort hier voor het eerst weer waargenomen. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS, gepubliceerd op het Compendium voor de Leefomgeving. Het herstel van de purperslak wordt in verband gebracht met het wereldwijde verbod op het gebruik van tributyltin-(TBT)-houdende verven in de scheepvaart, dat sinds 2003 van kracht is.
Onder de waterlijn van schepen ontwikkelt zich na verloop van tijd een zogenaamde ‘baard’ van zeeorganismen, zoals waterpokken. Schepen ondervinden daardoor meer weerstand, waardoor hun brandstofverbruik stijgt. Rond 1960 werden daarom aangroeiwerende coatings gebruikt; coatings met tributyltin (TBT) waren het meest effectief. Purperslakken bleken bijzonder gevoelig voor deze chemicaliën, en verdwenen of namen sterk af. Na een verbod op TBT in 2003 namen de populaties van deze zoutwaterslak geleidelijk weer toe.
Afname purperslak door remming voortplanting
Tussen 1960 en 1995 is de populatie purperslakken in de Oosterschelde met circa 90 procent gedaald, en is deze soort in de Westerschelde bijna helemaal verdwenen. Aan de Noordzeekust is de soort tot 2005 veel minder achteruitgegaan, waarschijnlijk doordat de concentraties TBT daar lager bleven.
De afname van purperslakken in de Oosterschelde en Westerschelde wordt in verband gebracht met de toepassing van TBT. Deze stof verstoort de voortplanting van verschillende soorten weekdieren, zoals wulk, noordhoren, gevlochten fuikhoren en gewone alikruik. De purperslak geldt als één van de meest gevoelige soorten voor TBT.
Herstel purperslak in Ooster- en Westerschelde
Eind jaren negentig nam de purperslak weer toe in de Oosterschelde. Vanaf 2013 blijkt hier voor deze soort geen sprake meer van verstoorde voortplanting, langs de Noordzeekust is dit sinds 2016 niet meer het geval. De populatie in de Oosterschelde zit momenteel op zo’n 70 procent van het niveau van rond 1960.
In 2014 werd de purperslak weer aangetroffen in de monding van de Westerschelde. Hier waren de TBT-gehaltes ooit het hoogst, en werd pas eind 2020 vastgesteld dat er geen negatieve gevolgen meer waren voor de purperslak. Eind 2021 is de populatie in de Westerschelde weer verder toegenomen ten opzichte van de laatste telling in 2016, en bedraagt nu ongeveer 25 procent van de populatie van rond 1960. De purperslakpopulatie beperkt zich nog wel tot de monding. Verdere verspreiding in de Westerschelde lijkt nu een kwestie van tijd.
Latere afname in Noordzee geen gevolg van TBT
Terwijl de purperslak in de Oosterschelde al bezig was met zijn herstel, nam de soort langs de Noordzeekust juist sterk af vanaf 2006. Dit werd veroorzaakt door het grotendeels verdwijnen van een grote populatie purperslakken aan de Westkapelse Zeedijk op Walcheren, veruit de grootste populatie van deze soort langs de Nederlandse Noordzeekust. Door zandsuppleties en bekleding van dijk en strekdammen was daar vrijwel de gehele populatie verloren gegaan. Sinds 2011 trad weer herstel op nadat veel van het gesuppleerde zand was weggespoeld. Daarna zijn er opnieuw zandsuppleties uitgevoerd, zodat de populatie langs de Noordzee meerdere keren is afgenomen en enigszins hersteld.
Plaats een reactie