Taakstraf voor wangedrag van Kijkduinse strandgast Rechtpraak.nl
Kijkduin 02.11.2022 - Op het strand liggen soms vreemde badgasten, zo ook op de heetste junidag dit jaar bij Kijkduin.
Het is uitzonderlijk warm op vrijdag 17 juni van dit jaar. Een mooie dag voor ouders met (kleine) kinderen om de verkoeling van het strand van Kijkduin op te zoeken. Daar blijkt niet alles pais en vree. Ter hoogte van strandtent 14 breekt een vechtpartijtje uit. Toegesnelde politieagenten sturen de aanstichters van de bonje van het strand. 1 van hen kennen ze trouwens wel; dat is Robin(niet zijn echte naam).
De rust keert terug, totdat Robin zich weer op het strand meldt. Hij gaat op zijn buik op het zand liggen. Wat Robin daar vervolgens uitspookt kan volgens de omringende badgasten niet door de beugel. Hij zou schreeuwen, naar mensen spugen en met zichzelf in de weer zijn. Gealarmeerde agenten grijpen de boosdoener bij zijn lurven, slaan hem in de boeien en voeren hem af op een strandkar van de reddingsbrigade.
Wodka
De 24-jarige Robin scheldt bij zijn aftocht van het strand dat het een aard heeft. ‘Er wordt veel gescholden met kanker’, zegt politierechter De Rooij. Dat heet in juridische termen eenvoudige belediging. Robin gooit de volksziekte nummer 1 ook in de strijd om de agenten te bedreigen. ‘Ik maak jou kankerdood, kankerhoer.’ Robin vloekt en tiert onderweg naar het politiebusje, maar de agenten hebben hem aangehouden voor wat hij op het strand zou hebben gedaan. ‘Weet u nog wat er is gebeurd?’, vraagt de Haagse politierechter. ‘Ik weet er nog stukken van’, zegt Robin. ‘Ik had 1 liter wodka op en ik zat in een psychose. Ik heb in het zand gespuugd, maar niet naar mensen. En ik zat niet met mijn hand in mijn broek.’ De politierechter: ‘Weet u zeker dat u niet aan uw piemel hebt gezeten, of kunt u het zich gewoon niet voorstellen?’ Robin: ‘Dat weet ik 100 procent zeker.’
Helder
Robin zit eerst 3 dagen in de cel en daarna gaat hij in behandeling bij ggz-instelling Parnassia. Robin: ‘Ik ben uitbehandeld en ik ben weer gelukkig met mijzelf. Ik slik medicijnen. Ik ben helder en ik kan weer nadenken. Als ik dat allemaal heb geroepen, dan bied ik daarvoor mijn excuses aan.’ Hebben de officier van justitie en de raadsman nog vragen?, vraagt politierechter De Rooij. Een vraag heeft raadsman Verploegh niet, wel een opmerking. ‘De aanhouding was onrechtmatig en het politiegeweld was de aanleiding voor de bedreiging en de beledigingen.’ De politierechter zou het bewijs voor de bedreiging en de beledigingen daarom terzijde moeten schuiven.
Rug
Want wat gebeurde er bij strandtent 14? Raadsman Verploegh: ‘Roy zit met zijn rug naar de politie op het strand. Ze herkennen hem en willen hem meteen aanhouden. Ze pakken hem bij zijn nek en trekken hem naar achteren. Ze houden zijn hoofd vast en roepen dat hij op zijn buik moet gaan liggen, waarna ze hem de transportboeien omdoen.’ Wat daar onacceptabel aan is? De raadsman: ‘De politie mag gebruik maken van geweld, maar dat moet wél gepast en noodzakelijk zijn. Hier benaderen ze iemand van achteren die voor overlast zorgt, en pakken hem zonder noodzaak bij zijn nek en voeren hem af. Vind je het gek dat iemand begint te schelden? Als ze gewoon naar hem toe waren gelopen en hadden gezegd: “We hebben een overlastmelding. Wil je even meekomen. We houden je aan”, dan hadden we hier vandaag niet gezeten.’
Potje
Voordat de officier van justitie vertelt wat híj van de aanhouding vindt, zal toch eerst Robins persoonlijke stand van zaken de revue moeten passeren. Roy verblijft nog even bij het Centrum Acute Psychiatrie van Parnassia in Den Haag, maar daar gaat hij over een paar weken weg. Hij verhuist naar begeleid wonen. De reclassering adviseert een drugs- en alcoholverbod voor Robin. ‘Dat zie ik wel zitten.’ Politierechter De Rooij ziet meer in controle. ‘Het probleem met zo’n verbod kan zijn dat je er wellicht niet over durft te praten als je een keer de fout in gaat.’ Daar gaat hij geen last van krijgen. Robin: ‘Sinds ik bij Parnassia ben, drink ik niet meer en blow ik niet meer. Ik zit weer goed in mijn vel. Ik wil niet meer dood. Het wordt leuk om in dat potje te plassen, omdat ik weet: daar gaat 0 uitkomen. Yes!’
Meiden
En dan nu de officier van justitie. Robin heeft de agenten beledigd en bedreigd. ‘Maar de aanhouding had wel subtieler gekund. Het toegepaste geweld is niet helemaal proportioneel geweest’, zegt officier Aouragh. ‘Maar dat hoeft niet te leiden tot uitsluiting van het bewijs. Het was geen onrechtmatige aanhouding, alleen de manier waarop had anders gekund. Mijnheer is fors beetgepakt, en dan is het misschien niet zo vreemd dat hij tegenstribbelde. Als ik de tenlastelegging lees, dan denk ik ook dat het OM rekening heeft gehouden met de manier waarop mijnheer is aangehouden. Er wordt hem geen wederspannigheid ten laste gelegd.’ 3 meiden hebben verklaard dat ze Robin met zichzelf in de weer zagen. Dat feit vindt hij ook bewezen. ‘En mijnheer was niet ontoerekeningsvatbaar. Je weet wat er gebeurt als je een fles wodka leegdrinkt.’
Meldplicht
Robin heeft 3 dagen vastgezeten, en dat vindt de officier van justitie voldoende celstraf. Een forse werkstraf is nog wel op zijn plaats, ook omdat Robin al eerder is veroordeeld voor bedreiging. Robin zou voor het akkefietje op het strand 100 uur moeten werken, waarvan 40 uur voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling, begeleid wonen en een drugs-en alcoholverbod. De voorwaardelijke celstraf die Robin nog boven het hoofd hing, zou moeten worden omgezet in een werkstraf van 60 uur.
Gewond
De Haagse politie vroeg om die beledigingen en bedreigingen. ‘De aanhouding creëerde de strafbare feiten.’ Raadsman Verploegh heeft het al eerder gezegd. En hij begrijpt wel waarom Robin niet wordt verweten dat hij zich heeft verzet bij zijn aanhouding, ‘waarbij een agent zelfs zegt gewond te zijn geraakt’. Raadsman Verploegh: ‘Het OM kan iemand alleen wederspannigheid verwijten als de aanhouding rechtmatig was. En dat was de aanhouding niet. Er is zonder enige noodzaak buitenproportioneel geweld gebruikt.’ Omdat er volgens de raadsman ook onvoldoende bewijs is voor Robins publieke zelfbevrediging, verdient Robin vrijspraak.
Mes
Politierechter De Rooij vindt net als de raadsman dat niet vaststaat dat Robin soloseks bedreef bij strandtent 14. ‘3 meisjes zeggen daar terloops wel wat over. Het leek alsof u op een bepaald moment met uzelf bezig was, maar zij zeggen vooral iets over uw algehele toestand. Ik vind het onvoldoende specifiek. Ze zijn later ook niet meer gehoord. En u zei het zelf: u zat in uw zwembroek toen de politie u op het strand aantrof.’ Over de aanhouding is de politierechter het oneens met Robins advocaat en met de officier van justitie. De rechter. ‘De politie krijgt zorgelijke meldingen over u. U bent dronken, u schreeuwt, u bent in de war. Ze kennen u. U hebt eerder in het politiebureau een mes op uw keel gezet. Het was de tweede melding over u. Het was druk op het strand met gezinnen en kinderen. Op basis van de risico-inschatting die de politie moest maken, kan ik mij goed voorstellen dat de agenten u hebben aangehouden zoals ze dat deden. Ik vind niet dat de politie iets fout heeft gedaan, maar ik zal uw kwetsbare toestand op dat moment wél meenemen bij de straf die ik ga opleggen.’
Gesprek
Politierechter De Rooij vindt de straf die de officier van justitie eist ‘erg hoog’. Zij kiest voor een taakstraf van 50 uur, waarvan 20 uur voorwaardelijk. Robin moet zich houden aan de voorwaarden die de reclassering voorstelt, maar een drugs- en alcoholverbod neemt ze niet over. Dat wordt een middelencontrole. ‘Zodat u altijd in gesprek kunt blijven als het een keer misgaat.’ De politierechter voelt er niets voor om de eerder aan Robin opgelegde voorwaardelijke straf om te zetten in een onvoorwaardelijke straf. ‘U moet uw leven ook kunnen opbouwen met een andere dagbesteding dan taakstraffen.’
Plaats een reactie