Toeristische bestedingen 43% lager in 2020 CBS
Nederland 31.08.2021 - Binnenlandse en buitenlandse toeristen hebben in 2020 € 52 miljard uitgegeven in ons land.
Dat is 43% minder dan in 2019. De grootste krimp zit bij toeristen uit het buitenland. Het aandeel van toerisme in de Nederlandse economie is gedaald naar 2,4 procent van het bbp, terwijl dit in 2019 nog 4,4% was. Door de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te voorkomen is de toeristische sector in een klap de groei van meer dan tien jaar kwijt. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken.
Binnenlands toerisme daalt minder hard dan buitenlands toerisme De belangrijkste reden voor de daling van de totale toeristische bestedingen was het wegblijven van buitenlandse toeristen. De bestedingen van buitenlandse toeristen daalden met 58 procent naar 14,5 miljard euro. De bestedingen van Nederlanders daalden met 35 procent naar 34,2 miljard euro.
Het aantal overnachtingen van Nederlanders in Nederlandse accommodaties daalde met 11 procent, terwijl het aantal overnachtingen van buitenlanders daalde met 59 procent. In 2020 hebben ook veel minder buitenlandse toeristen een accommodatie en/of (vlieg)ticket geboekt bij Nederlandse bedrijven. Een deel van deze toeristen reist niet daadwerkelijk naar Nederland, maar Nederlandse bedrijven verdienen wel aan deze boekingen.
Nederlandse bestedingen in buitenland met 70 procent omlaag
Het was in 2020 ook deels niet mogelijk om op vakantie naar het buitenland te gaan. Elk land had maatregelen genomen en voorwaarden gesteld voor binnenkomst, die elk moment konden veranderen. Dit leidde ertoe dat ook luchtvaartmaatschappijen en reisbureaus hun vluchten en (pakket)reizen soms tijdelijk stillegden. Daardoor daalden de bestedingen van Nederlanders die naar het buitenland op vakantie gingen met 70 procent.
Toegevoegde waarde toeristische sector daalt sterk
In 2020 bedroeg de toegevoegde waarde van de toeristische sector 17,0 miljard euro. Dit is een daling van 47 procent ten opzichte van 2019. Relatief gezien incasseerden de luchtvaart, reisbureaus en reisbemiddelingsbranche de grootste klap met een daling van 68 procent. Het aandeel van deze bedrijven in de toeristische toegevoegde waarde daalde van 24 procent in 2019 naar 14 procent in 2020.
De horeca droeg het meeste bij aan de toegevoegde waarde van de toeristische sector in 2020. Met ruim 40 procent was het aandeel van de horeca in de toeristische toegevoegde waarde iets groter dan een jaar eerder. Bedrijfstakken in de categorie overig, zoals winkels, tankstations, bioscopen, trein-, water- en taxivervoersbedrijven, wonnen aan belang in 2020. Dit is vooral toe te schrijven aan het toenemend aandeel Nederlanders dat in Nederland op vakantie ging of uitstapjes maakte. Dit type toerist besteedt meer geld in de overige bedrijfstakken.
De Nederlandse economie kromp in 2020 met 3,8 procent, minder hard dan de toeristische sector (-47 procent). Het is duidelijk dat de toeristische sector bedrijfstakken betreft die juist hard geraakt werden door de coronacrisis. In de periode 2010-2019 groeide het toerisme elk jaar harder dan de Nederlandse economie.
Toeristische werkgelegenheid minder gedaald
Het totaal aantal banen, werkzame personen en arbeidsjaren in de toerismesector daalde in 2020 rond de 14 en 15 procent ten opzichte van 2019. De werkgelegenheid daalde daarmee minder dan de totale productie, mede doordat bedrijven coronasteun ontvingen van de overheid waardoor werkgelegenheid behouden kon blijven. Een andere maatstaf voor de ingezette arbeid is het aantal gewerkte uren. Het aantal gewerkte uren nam in 2020 ongeveer met een vijfde af.
Plaats een reactie